Koetaisi (Kalaki Kutaisi)
De stad ligt op 220 kilometer ten westen van Tbilisi aan de rivier de Rioni, de grootste rivier van West-Georgië. Het is een van de vijf steden in Georgië met zogeheten zelfbestuur, een stadsgemeente en was van 2012 tot en met 2018 zetel van het Georgisch parlement. Sinds 1989 heeft Koetaisi meer dan 100.000 inwoners verloren, een krimp die in de jaren 2020 blijft doorzetten.
De plaats waar nu Koetaisi ligt wordt al duizenden jaren bewoond, zo blijkt uit archeologische vondsten uit de bronstijd. Veelal in de geschiedenis was de plaats het politiek centrum van verschillende Georgische koninkrijken. Het speelde een belangrijke rol in Colchis, was de hoofdstad van Egrisi (Lazika), voor ruim een eeuw de eerste hoofdstad van het verenigde koninkrijk Georgië, en daarna het koninkrijk Imeretië. Er wordt aangenomen dat Koetaisi (als Aia) in het epos Argonautica van de Griekse dichter Apollonius Rhodius de eindbestemming is van de zoektocht door Jason en de Argonauten naar het Gulden Vlies in Colchis en dat het tevens de residentie is van koning Aietes.
Van 1008 tot 1122 was Koetaisi de eerste hoofdstad van het verenigde Koninkrijk Georgië, waarna de hoofdstad werd verplaatst naar Tbilisi. In de 13e en vanaf de 15e eeuw was het de hoofdstad van het West-Georgische koninkrijk Imeretië, dat na de Vrede van Amasya in 1555 onder Ottomaanse controle kwam te staan. Eerder in 1512 had de Turkse sultan Selim I de stad al vernietigd bij een invasie. In 1770 werd de stad ontzet door het Russische leger.
In 1810 werd Imeretië en daarmee Koetaisi geannexeerd door het Russische Rijk en werd de stad tot 1840 het bestuurlijk centrum van het Oblast Imeretië en vanaf 1846 van het Gouvernement Koetais dat eind 19e eeuw ook Abchazië en Adzjarië omvatte. Tevens was het de hoofdstad van het oejezd (provincie) Koetais binnen het gouvernement.(Кутаи́сская Губе́рния, Koetaiskaya Goebérniya). In 1872 werd acht kilometer ten zuiden van de stad aan de spoorweg Tiflis - Poti het station Rioni geopend, en in 1877 werd een aftakking naar het centrum van de stad met het station Koetaisi geopend. De stad groeide in deze periode snel als Russisch bestuurlijk centrum van West-Georgië, het werd ook een Georgisch sociaal-cultureel centrum en het had de grootste Joodse gemeenschap in Georgië.
In 1878 stonden negen Joodse kooplui uit Satsjchere in Koetaisi terecht in een bloedwraak zaak die door de Russische autoriteiten aangespannen was. De kooplui werden beschuldigd van moord op een christelijk meisje en het gebruik van haar bloed om matse mee te bakken. De zaak werd breed uitgemeten in de Joods-Russische media en ondanks de vrijspraak voor de verdachten bevestigde het onder de Joodse gemeenschap de anti-semitische tendensen van de Russische heersers. De Joodse gemeenschap werd gesteund door Georgische intellectuelen als Ilia Tsjavtsjavadze en de uit Satsjchere afkomstige Akaki Tsereteli.
Tijdens de invasie van het Rode Leger van de Democratische Republiek Georgië in 1921 was Koetaisi voor 14 dagen de zetel van de mensjewistische regering, nadat deze uit Tbilisi was verdreven. Op 11 maart 1921 werd Koetaisi veroverd door het Rode Leger, waarna het onderdeel werd van de Georgische Sovjetrepubliek, dat tot 1936 onderdeel was van de Trans-Kaukasische Federatie. In de Sovjet-Unie werd Koetaisi een van de belangrijkste industriële centra van de Georgische Sovjetrepubliek en vervijfvoudigde de bevolking in ruim 60 jaar tijd naar bijna 235.000 inwoners in 1989.
De ingestorte economie, de politieke instabiliteit, corruptie en oorlogen na de val van de Sovjet-Unie en de herwonnen onafhankelijkheid in 1991 trok een zware wissel op de stad en veel inwoners vertrokken. In de nasleep van de Georgische Burgeroorlog brak op 19 oktober 1998 een opstand uit van de zviadisten, aanhangers van ex-president Zviad Gamsachoerdia, onder leiding van Akaki Eliava gericht tegen Edoeard Sjevardnadze. Ongeveer 200 soldaten trokken met tanks en pantservoertuigen van Senaki naar Koetaisi. Deze werd snel neergeslagen.
In een poging Koetaisi weer een tweede centrum van het land te maken en om de macht te decentraliseren en dichterbij Abchazië te brengen werd in 2009 door president Micheil Saakasjvili besloten het parlement naar Koetaisi te verplaatsen. Eind van dat jaar kwamen twee mensen om bij het controversiële opblazen van het 46-meter hoge monument ter herinnering aan de Grote Vaderlandse Oorlog (Tweede Wereldoorlog) dat plaats moest maken voor het nieuwe Georgische parlement. Het ongeveer 150 miljoen euro kostende hypermoderne parlementsgebouw aan de westrand van de stad werd op 26 mei 2012 door Saakasjvili ingehuldigd. Nadat in datzelfde jaar de oppositiepartij Georgische Droom de verkiezingen won werd al snel begonnen met het terugverplaatsen van het parlement naar Tbilisi, wat uiteindelijk eind 2018 geformaliseerd werd.
Kaart (cartografie) - Koetaisi (Kalaki Kutaisi)
Kaart (cartografie)
Land (geografie) - Georgië
Vlag van Georgië |
Georgië is lid van de Raad van Europa, de OVSE, Eurocontrol, de Organisatie voor Economische Samenwerking in het Zwarte Zeegebied, en de GUAM. Sinds 2008 is Georgië een officieel aspirant-lid van de NAVO. De relaties met de Europese Unie zijn via het Oostelijk Partnerschap versterkt en hebben geleid tot een Associatie- en vrijhandelsverdrag met de EU (2014), visumvrij reizen met de Schengen zone (2017) en samenwerkingsovereenkomsten met de EU agentschappen Europol (2015) en Eurojust (2019). Op 3 maart 2022 vroeg het land gelijktijdig met Oekraïne en Moldavië het lidmaatschap voor de Europese Unie aan.
Valuta / Taal
ISO | Valuta | Symbool | Significant cijfer |
---|---|---|---|
GEL | Georgische lari (Georgian lari) | ₾ | 2 |
ISO | Taal |
---|---|
HY | Armeens (Armenian language) |
AZ | Azerbeidzjaans (Azerbaijani language) |
KA | Georgisch (Georgian language) |
RU | Russisch (Russian language) |